Materiaal voor in en om de les
De bouwplaten zijn verplaatst naar deze locatie.
Rekenliniaal
Nog niet zo lang geleden was de rekenliniaal een belangrijk hulpmiddel in plaats van een rekenmachine. Inmiddels zijn er niet zo veel mensen meer die weten hoe deze bijzondere liniaal werkte. Dat is jammer. Het is een schoolvoorbeeld van een toepassing van de logaritmische schaal.Hier kan een zeer goedkope rekenliniaal gedownload worden om zelf uit te printen en direct te gebruiken. Twee linialen op één A4-tje.
Driehoeken berekenen
Als je van een driehoek drie zijden of hoeken weet, kun je alle andere zijden en hoeken berekenen. Dat is precies wat deze Excel-sheet voor je doet.Download de sheet door op de afbeelding te klikken.
Worteltrekken met de hand
Met een rekenmachine is het niet zo ingewikkeld meer, maar worteltrekken kan ook heel goed met de hand. Net zoals je een staartdeling zou doen, maar dan een beetje anders.Hier kan een blad gedownload worden, waarop uitgelegd wordt hoe dat moet inclusief invulschema.
Ren je een breuk
Een klas (niveau brugklas) verdeelt zich in drie teams. Ieder kind krijgt van zijn teampost een kaartje met daarop een breuk. Verschillende teams proberen elkaar te tikken. Als dat lukt, houden ze hun kaartjes naast elkaar. Dat geeft een winnaar.De speelkaarten kunnen gedownload worden met voor- en achterzijde of alleen de voorzijde.
Spelregels
Snijd alle kaarten los van elkaar. Er zijn drie teams: geel, blauw en roze. Elke stapel kaarten van eenzelfde kleur wordt naar de teampost gebracht. De teampost geeft ieder teamlid één kaart.
Als het spel begint, proberen leden van verschillende teams elkaar te tikken. Zodra de een de ander tikt, houden zij hun kaarten naast elkaar. Het maakt niet uit welke kaart links en welke rechts gehouden wordt.
Elke kaart heeft links en rechts vijf gekleurde vlakjes. Wanneer twee kaarten naast elkaar gehouden worden, is er altijd precies één kleur die doorloopt naar de andere kaart. Dit vakje bepaalt wat er vervolgens moet gebeuren.
- Zo PLUS mogelijk: Winnaar is degene met de grootste breuk. Dus 5/8 wint van 1/2 en –4/9 wint van –1/2.
- Zo MIN mogelijk: Winnaar is degene wiens breuk zo negatief mogelijk is. Dus 3/7 wint van 1/2, –1/12 wint van 7/15 en –3/4 wint van –2/9.
- Het dichtst bij NUL: Winnaar is degene wiens breuk het dichtst bij nul ligt. Dus 1/2 wint van 3/4 en –2/7 wint van –4/13.
De winnaar van de vergelijking neemt het kaartje van de ander en brengt dit onmiddellijk naar zijn eigen teampost. De verliezer gaat ook terug naar zijn eigen teampost en haalt daar een nieuw kaartje. Wanneer het overwonnen kaartje is gebracht of een nieuw kaartje is gehaald, gaat de speler weer verder met aftikken.
Het spel is afgelopen als er nog maar één team is die kaartjes in de hand heeft. De winnaar is het team dat de meeste kaartjes van andere teams heeft veroverd.